In het kader van de Nationale Duurzame Huizen Route bezocht ik onlangs vier woningen. Dat mensen hun woning openstellen voor onbekenden, vind ik op zich al bijzonder. Vooral in deze tijd, vermeld ik er als cliché maar even bij. Maar goed, woningeigenaren openen hun deuren niet voor niets, zo werd mij duidelijk.
Al een jaar worden ondernemers erop gewezen dat ze duizenden euro's kunnen besparen door nog dit jaar een bestelauto te kopen. Op 1 januari verdwijnt namelijk hun bpm-vrijstelling. Op diezelfde datum wil de overheid de ISDE-subsidie voor warmtepompen fors verlagen. Maar ik zie nauwelijks advertenties die aangeven dat het verstandig is om nog dit jaar een warmtepomp aan te schaffen.
Overheden die met beleid markten verstoren en bedrijven in de problemen brengen. Je ziet het overal, zoals bijvoorbeeld in Afrika. Voedseldonaties van rijke landen kunnen een hongersnood voorkomen, maar zorgen ook voor lage prijzen, waardoor lokale boeren niets meer verdienen. En je ziet het nu in Nederland, waar de overheid de warmtepomp opeens minder aantrekkelijk maakt. Bedrijven hebben daardoor voor niets in capaciteit geïnvesteerd. Dat betekent een forse aderlating.
Voor bestaande woningen met een gemiddeld energielabel is een hybride warmtepomp een duurzamere en meer toekomstgerichte oplossing dan een all-electric warmtepomp. Dat zegt Rick Bruins van Remeha. "Ik zie een hybride warmtepomp voor het gros van de huizen in Nederland dan ook niet als een tijdelijke, maar definitieve oplossing. Het is duurzaam, er is keuzevrijheid, het voorkomt netcongestie én het is goed voor de portemonnee."
Door de aangekondigde afschaffing van de salderingsregeling neemt de belangstelling voor thuisaccu's toe. Logisch, aangezien ze de mogelijkheid geven om energie op te slaan als terugleveren niets meer opbrengt. Toch kun je je afvragen of het opslaan van energie in de vorm van elektriciteit de beste optie is.
Ongeveer een jaar geleden opende Remeha een nieuwe warmtepompfabriek in Apeldoorn. Daarna veranderde er veel. Zo schafte de nieuwe regering, nog voor de geplande invoering in 2026, de normering van warmtepompen af. Dat is volgens Remeha-CEO Arthur van Schayk (foto) zowel niet goed voor de industrie, als voor de energietransitie die nu ook al vertraging oploopt. Aan de vooravond van Prinsjesdag doet hij daarom een oproep aan de regering om maatregelen te nemen die het tij moeten keren.
In het hoofdlijnenakkoord van de coalitiepartners staat dat de voorgenomen verplichting om bij vervanging van een cv-ketel in 2026 een (hybride) warmtepomp te installeren niet doorgaat. Dat terwijl er ook in het akkoord staat dat stabiel beleid belangrijk is voor de energietransitie. Schiet mij maar lek!
Om ervoor te zorgen dat woningeigenaren met vertrouwen aan de slag gaan met verduurzaming, is stabiel overheidsbeleid nodig. Dat is echter ver te zoeken. Daar komt bij dat mensen gevoeliger lijken voor geld dan voor de gedachte dat we het klimaat verklooien. De overheid moet daarom - met stabiel beleid - zorgen voor kortere terugverdientijden van warmtepompen.
Op websites van leveranciers is weinig technische informatie over warmtepompen te vinden. Dat vind ik bijzonder, want een installateur die een warmtepomp gaat kiezen, moet bepaalde details weten. Niet alleen om de warmtepomp goed te kunnen installeren, maar ook om de beste keuze op het gebied van prijs/kwaliteit en prestatie te maken. Met de informatie die op de websites staat, gaat dat helaas niet lukken.
Op de VSK, die in februari plaatsvond in Utrecht, kon je weer struikelen over de warmtepompen. En het aanbod was gevarieerd: van hybride tot bodemsystemen en van ventilatiewarmtepompen tot PVT-systemen. Wat daarbij opvalt, is dat veel leveranciers in hun systemen een oplossing voor het probleem van netcongestie zien.
